NU
Nu
Een kamer van zwaarte Vol hoeken van nacht Bedoel je de leegte Zie je het gat Nee, licht, nee, niet dat Niet het vluchten Niet meer weten van vroeger En moeders die zorgden Dit, ja, dit zwart Dit nu van Sluimer kruipen door gangen van ik In kamers vol deuren en hoeken van hangende schaduw Plakkerig stof, te oude boeken Dit nu van voor de tijd nog Dit nu dat stolt en groeit Dat duisterend schokkend Tot vierkant vervormt En snerpend en gillend en krijsend Tot stilstand komt |