Er was eens een egeltje. Ze had een grote hekel aan etnisch profileren, maar wist niet goed wat dat betekend. Omdat haar drang tot politieke correctheid zo groot was zei ze overal: ‘Weg met onverschilligheid, weg met onderdanigheid, stekelloos is niet minderwaardig, vossen, dassen, muizen, allemaal even aardig’. Ook liet ze haar stekels paars verven waarover ze vervolgens een hoofddoek droeg en zo probeerde ze te solliciteren voor masseuse, terwijl ze toch had kunnen weten dat egels alleen als acupuncturisten worden aangenomen. Toen ze de snelweg wilde oversteken om zomaar ergens ontzettend een punt te maken, werd ze overreden door drie Orthodoxe bevers in een SRV karretje.
Einde |